vroeger kamperen ontstaan

Nederland kampeert al generaties: hoe is kamperen ontstaan?

Tijdens nationale kampeerdag vieren we het bestaan van kamperen in Nederland. Wat begon als een noodzaak om te overnachten is uitgegroeid tot een geliefde vrijetijdsbesteding waar miljoenen Nederlanders elk jaar weer naar uitkijken! Laten we terugblikken op het ontstaan van kamperen en hoe we dit vandaag de dag nog steeds doen.

Van noodzakelijk naar voor je plezier

In de negentiende eeuw veranderde de visie op kamperen. In Groot-Brittannië ontstond het idee dat de natuur heel mooi kan zijn en dat je dit moet beleven, er moet slapen en tijd doorbrengen. Rijken en middenstanders konden dit zich wel voorstellen. Primitief kamperen werd dus een doel op zich, maar eerst alleen nog voor de elite. 

Fietsvakantie met de tent

In 1901 was er een Brit, genaamd Thomas Hiram Holding, die het op vakantie gaan met de fiets introduceerde. Iets wat nog steeds veel gedaan wordt! Auto’s bestonden toen nog niet. Holding ontwikkelde een lichtgewicht kampeeruitrusting die eenvoudig op de fiets te vervoeren is. Stedelingen en natuurliefhebbers konden op deze manier van de natuur genieten! Engelse hotels raakten in de zomer ook snel vol, dus hoteleigenaren zetten een grote tent naast het gebouw om in te overnachten. De stap naar zelfstandig kamperen met een tent was toen snel gezet!

‘The Campers Handbook’

In 1908 publiceerde Holding ‘The Campers Handbook’ om reizigers te helpen hun weg te vinden in de natuur. Er waren namelijk geen campings zoals we deze nu kennen, dus kampeerders moesten zelf hun plek vinden om te overnachten. Alles gebeurde in de vrije natuur, dus de tent opzetten, het koken en het zelf graven van een toilet. Mensen werden enthousiast over dit primitieve leven!

Nederlandse Toeristen Kampeer Club

In 1912 richtte Nederlander Carl Denig een eigen vereniging op, genaamd ‘Nederlandse Toeristen Kampeer Club’. Hij verkocht ook complete kampeeruitrustingen en kamperen werd direct razend populair onder zowel volwassenen als kinderen die op kamp gingen. Kamperen was alleen nog niet voor de ‘gewone’ arbeider. Zij konden het niet betalen en hadden tenslotte ook nauwelijks vrije dagen om te kunnen kamperen. 

Helemaal vrij in de natuur

Zowel Holding als Denig hadden de gedachte dat er geen regels gelden in de natuur. Je bent hier vrij en kunt hier doen wat je wil! Het mochten dan wel allemaal nette, jonge heren zijn, maar ondanks dat moesten zij na een tijdje een bewijs van goed gedrag laten zien om ergens te mogen staan.

Tegelijkertijd waren er groepen mensen die het vrije kamperen, ook wel wildkamperen genoemd, wilden verbieden. Dus na een tijd werd het verplicht om überhaupt een vergunning te hebben om ergens te mogen kamperen en in 1925 werd de eerste Nederlandse camping geopend bij Vierhouten. In de loop van de jaren 20 en in de jaren 30 volgden er al gauw meer campings. 

De kampeerkaart en -cursus

In 1936 kwam er een systeem met kampeerkaarten. Je was verplicht je te registreren om te kunnen kamperen. ANWB introduceerde de kampeerkaart en in 1940 zelfs een proefnummer van de Kampeer Kampioen met koptitel ‘Klaar voor ‘t Kamp!’. 

In 1941 verboden de Duitsers het overnachten in de openlucht waardoor kamperen lastig werd. Kamperen bij de boer in de schuur of hooiberg werd populair. Hier kwamen niet alleen echte kampeerders op af, maar ook stedelingen die de stad ontvluchtten of mensen die een goede manier zagen om aan eten te komen. 

Dit moest anders, dus in 1942 werd de eerste kampeercursus georganiseerd met als doel het verbeteren van het kampeergedrag. Het werd een groot succes.

oefenkamp ANWB
Bron: ANWB

Na de oorlog kan het echt beginnen – kampeerpaspoort

Het was nog even uitzitten tot de oorlog voorbij was en daarna kon het kamperen echt beginnen. Direct na de bevrijding besloot de ANWB om de kampeer cursussen voort te zetten. Er waren een heleboel regels waar toekomstige kampeerders zich aan moesten houden, zoals geen lawaai, geen ongehuwde stellen samen in één tent en je rommel netjes opruimen. Naast de kampeerkaart ontstond er toen dus ook een kampeerpaspoort. Als je kon bewijzen dat je goed gedrag vertoont en het kampeer examen goed wist af te ronden of drie weekenden achter elkaar onder leiding van ANWB-mentoren kampeerde, kreeg je deze. Je mag met zo’n paspoort kamperen op plekken waar de gewone ‘kampeerkaart-houder’ niet mag komen. 

De jaarlijkse oefenkampen met minimale voorzieningen werden vanaf 1948 op eigen terrein van ANWB gehouden, bij Ommen. De oefenkampen hebben tussen 1948 en 1974 duizenden deelnemers ontvangen. De mentoren gaven lessen over zowel technische vaardigheden als sociale vaardigheden en kampeeretiquette. In 10 dagen leerde je alles en mocht je kamperen met spullen van de ANWB. Hierna was je dus klaar om zelf te gaan kamperen!

Kamperen werd steeds populairder

Vanaf 1950 werd kamperen nog populairder en voor meer mensen toegankelijk. Kamperen was in de meeste gevallen een stuk goedkoper dan een overnachting in een hotel. De ‘gewone’ arbeiders konden zich ook een tent veroorloven, want grote warenhuizen begonnen met een kampeerafdeling waar je relatief goedkoop een tentje kon halen. De ‘echte’ kampeerders verlaagden zich niet naar dit niveau tenten, dus eigenaren van warenhuizen stuurden hun personeel naar Ommen om zich er goed in te kunnen verdiepen. In de jaren zestig ontstond één van de grootste kampeerspecialisten van Nederland: Obelink. Het begon klein, maar groeide uit tot iets mega’s! Lees meer over het ontstaan van Obelink. 

kamperen vroeger

Kamperen zoals het nu is

Tegen het einde van de jaren zestig hadden mensen geen zin meer om aan oefenkampen deel te nemen. De adviezen werden steeds meer als overbodig ervaren en mensen zochten het zelf wel uit. Het aantal kampeerders bleef ondanks dat wel groeien. In 1974 werden de kampeerkaart en het kampeerpaspoort volledig afgeschaft. In datzelfde jaar verkocht de ANWB hun oefenkamp terrein en kochten ze een luxer terrein in Lelystad terug. Hier zijn nog enkele jaren oefenkampen gehouden, maar al snel was dit gedaan.

Alles draait om kampeergeluk!

Tegenwoordig bestaan er een heleboel soorten kampeervakanties en hebben de kampeerders hun eigen etiquette en regels gemaakt. Sommige mensen willen graag wat meer luxe en overnachten in een glampingtent, en sommige mensen vinden het heerlijk om nog steeds lekker primitief te gaan met hun tentje in een wild kampeergebied. Er zijn ook veel grote familiecampings met veel faciliteiten waar je een stacaravan kunt huren of zelf een plekje kunt boeken met je huisje op wielen. Allemaal hebben ze één ding gemeen: het draait om in de natuur zijn, rust en vrijheid ervaren, terug naar de basis gaan en kampeergeluk voelen!

Vier de nationale kampeerdag

Kamperen is misschien niet meer zo vrij als hoe het ooit begonnen is, maar je kunt nog steeds genieten van de natuur en stedelingen kunnen even weg uit de drukke stad om terug naar de basis te gaan. Kamperen is voor iedereen, het kan op elk moment en je hoeft er niet ver voor te reizen! Op de vierde zaterdag van juni vieren we het kampeergeluk en al het moois wat het te bieden heeft.

Bronnen:

Andere Tijden. *Nederland gaat kamperen*. https://anderetijden.nl/aflevering/541/Nederland-gaat-kamperen   

IsGeschiedenis. *Van camping tot glamping: een geschiedenis van kamperen*. https://isgeschiedenis.nl/nieuws/van-camping-tot-glamping-een-geschiedenis-van- 

ANWB. *De kampkaart: ANWB pioniert met kampeervergunning.https://www.anwb.nl/over-anwb/geschiedenis/140-jaar-anwb/de-kampkaart

Facebook
Twitter
Pinterest
WhatsApp
Email
Print

Meer verhalen